Kettingsmeersysteem op motor monteren
Aandrijfketting, rondsel en kettingwiel behoren tot de onderdelen van de motor die extra zwaar worden belast. Een permanente smering, bijv. met de Scottoiler, verlengt de levensduur van de kettingset met duizenden kilometers.
Let op: De video's zijn in het Duits.
- Scottoiler inbouwen – aan de slag
- 01 – Vacuümaansluiting
- 02 – Onderdrukverbinding tot stand brengen
- 03 – Reservoir monteren
- 04 – Oliesproeier en olieslang monteren
- 05 – Oppervlakken reinigen en ontvetten
- 06 – Transportslang leiden
- 07 – Reservoir vullen met olie
- 08 – Luchtbellen verwijderen en de transportslang ontluchten
- 09 – De druppelsnelheid instellen
Let op: Voor de installatie van het Scottoiler-systeem vind je modelspecifieke instructies voor talloze motoren op Scottoiler - Merkshop.
Scottoiler inbouwen
De aandrijfketting, het rondsel en het kettingwiel behoren zonder enig twijfel tot de zeer zwaar belaste en daardoor slijtagegevoelige onderdelen van uw motor. Dat is niet vreemd, want de voortdurende afwisseling van gas geven, gas terugnemen en remmen komt letterlijk hard aan bij diverse onderdelen.
Een goede smering met zo min mogelijk 'schurende' vuildeeltjes kan de slijtage aanzienlijk verminderen. Het regelmatig reinigen en smeren is echter niet een van de leukste onderhoudsklusjes aan de motor en wordt daarom al gauw verwaarloosd. Vooral wanneer het voertuig geen middenbok heeft en voor kettingonderhoud eerst de paddockstand tevoorschijn moet worden gehaald – die bij lange toerritten natuurlijk helemaal niet beschikbaar is.
Alleen wie zijn ketting regelmatig en grondig met een speciaal reinigingsmiddel vrij maakt van aanklevend, materiaalschurend vuil en zand, heeft een ketting die soepel loopt en dus geen motorvermogen verspilt en lang meegaat. Vroegtijdige slijtage betekent een eveneens vroegtijdige investering in een nieuwe kettingset en het vervangen van de onderdelen is een vies karweitje waaraan weinig plezier te beleven valt. Had je dan toch een motor met cardan moeten kopen? Helemaal niet – een kettingaandrijving heeft immers ook voordelen. Zo is het wrijvingsverlies duidelijk minder dan bij de technisch zeer complexe en daardoor dure cardanaandrijving. De krachtoverbrenging is veel directer en de bike behoudt niet alleen zijn volle vermogen, maar ook een sportieve uitstraling.
De oplossing voor dit probleem is een automatisch kettingsmeersysteem, bijvoorbeeld in de vorm van een Scottoiler. Deze wordt permanent op de motor geïnstalleerd, reinigt en smeert de ketting continu zelfstandig en vermindert het onderhoudswerk vrijwel tot nul. Alleen het oliereservoir moet na een paar duizend kilometer worden bijgevuld. Een reservoirvulling van 50 ml is voldoende voor circa 2500 km, afhankelijk van de instelling en het vulniveau. Afhankelijk van het motortype en je rijstijl, word je beloond met een levensduur van de ketting van soms ruim boven de 50.000 kilometer. Zo ontzie je niet alleen je portemonnee, maar kun je je ook concentreren op wat het leukste is: het rijplezier.
Hieronder wordt de installatie van een klassiek onderdrukgestuurd kettingsmeersysteem beschreven. Een elektrisch systeem (eveneens van Scottoiler) wordt op vergelijkbare wijze geïnstalleerd, alleen de stappen 1 en 2 van de volgende werkwijze komen te vervallen. In plaats van de onderdrukaansluiting via een slang sluit je de kabels van het elektrische systeem aan op de plus- en min-pool van de accu.
Voor de montage plaats je de motor met de middenbok of een paddockstand voor achter zodanig dat deze veilig blijft staan. Welke paddockstand het meest geschikt is voor jouw motor, vind je in de tip voor hobbymonteurs Basiskennis over paddockstands. De ketting en alle andere onderdelen die verontreinigd zijn met kettingvet (meestal is er een afzetting van kettingvet rondom het rondsel bij de uitgaande as van de versnellingsbak) worden eerst met een kettingreiniger, kunststofborstel en een doek goed schoongemaakt. Als je deze stap overslaat, zal de olie uit het kettingsmeersysteem de oude vuilafzettingen oplossen en wordt het oude vuile kettingvet van de ketting tegen de bike geslingerd.
Scottoiler inbouwen – aan de slag
01 – Vacuümaansluiting
Bij de meeste modellen moet je eerst de tank uitbouwen of onderdelen van een eventueel aanwezige kuip verwijderen. In het getoonde voorbeeld vind je dan een onderdrukslang die aan een messing uitsteeksel van het inlaatkanaal zit – hier wordt de benodigde onderdruk verzorgd die nodig is voor gebruik van het kettingsmeersysteem. Snijd deze leiding los en breng het T-stuk uit de set aan.
02 – Onderdrukverbinding tot stand brengen
Druk nu het zwarte onderdrukfilter (meegeleverd) op het vrije uiteinde van het T-stuk en steek de zwarte onderdrukslang van het kettingsmeersysteem stevig in het andere uiteinde van het onderdrukfilter. Het vrije uiteinde van de zwarte onderdrukslang wordt na de montage van het oliereservoir in de draaiknop van dat reservoir gestoken.
03 – Reservoir monteren
Het reservoir met ventiel (RMV) kan worden gemonteerd onder het zadel, op het frame of waar je maar wilt. Je vindt concrete montagevoorstellen voor het RMV in de modelspecifieke instructies voor talloze motormodellen op Scottoiler - Merkshop.
Vermijd bij de montage de directe nabijheid van de hete uitlaat en hete motoronderdelen! De vulopening voor de olie en het instelwieltje voor de oliehoeveelheid moeten makkelijk toegankelijk blijven en moeten bij een horizontale inbouw naar boven wijzen. Bij een verticale inbouw moet het reservoir met het instelwieltje naar boven worden gemonteerd.
Na de montage van het reservoir, schuif je het vrije uiteinde van de zwarte onderdrukslang stevig in het kopgedeelte van de RMV. Als deze slang te lang is, dan kort je hem in met een scherp mes. De onderdrukverbinding is nu gereed.
04 – Oliesproeier en olieslang monteren
Om de olie naar de juiste plaats op het kettingblad te voeren, moet de dispensereenheid stevig worden bevestigd. Op het voertuig in het voorbeeld kan deze met een kleine of ingekorte injectorplaat op de prismavormige steun worden bevestigd (Scottoiler levert meerdere geschikte uitbreidingsonderdelen mee). Je vindt concrete montagevoorstellen voor de sproeier in de specifieke montagehandleidingen op Scottoiler - Merkshop.
De sproeier waaruit de olie naar buiten komt, moet dicht bij het kettingwiel liggen met de schuine zijde naar buiten. Het optimale afgiftepunt voor de olie ligt tussen 5 en 7 uur aan de buitenzijde van het kettingwiel. Vermijd de nabijheid van de ketting of van bouten en uitsparingen van het kettingwiel, zodat de sproeier daar niet verstrikt kan raken en dan uit de leiding springt! Draai het wiel na de montage achteruit om te controleren of de sproeier bij het achteruit duwen van de motor niet verstrikt kan raken!
Voer de transportslang na de bevestiging van de dispensereenheid langs de achterbrug. Kies een veilige route naar het RMV. Houd afstand tot bewegende onderdelen zoals de ketting en zorg dat de slang voldoende speelruimte heeft om met de achterbrug mee te bewegen. Bewaar afstand tot de hete uitlaat en motoronderdelen die de slang zouden kunnen beschadigen. Bij de Scottoiler worden zelfklevende bevestigingspads en kabelbinders voor de slang geleverd.
05 – Oppervlakken reinigen en ontvetten
Voor de bevestiging van de zelfklevende bevestigingspads reinig en ontvet je eerst het oppervlak waarop je de bevestigingspads wilt aanbrengen. Gebruik daarvoor de meegeleverde ontvettingsdoek.
06 – Transportslang leiden
Gebruik de bevestigingspads op vlakke ondergronden, zoals op de achterbrug. Je kunt het beste kabelbinders gebruiken om de transportslang langs ronde buizen te leiden. Verbind als laatste stap voor de montage de transportslang met het messing uitsteeksel onder aan het RMV. Als de transportslang te lang is, kort je hem gewoon in met een scherp mes.
07 – Reservoir vullen met olie
Door de vuladapter voor flessen verloopt het vullen zonder morsen en kost het nog geen minuut.
08 – Luchtbellen verwijderen en de transportslang ontluchten
Het systeem is makkelijker te ontluchten dan je denkt. Druk het ventilatierubber in de vulopening van het reservoir en zet het instelwieltje op Maximum. Steek de vuladapter voor flessen op het ventilatierubber en druk de fles samen. Er ontstaat luchtdruk die de olie door de transportslang duwt tot alle luchtbelletjes zijn verwijderd. Daarbij druppelt een beetje olie uit de sproeier. Verwijder deze met een doek.
09 – De druppelsnelheid instellen
In de laatste stap stel je de druppelsnelheid voor de olie in. Daarvoor start je de motor en wacht je totdat hij warm is. Stel het instelwieltje zo in dat er niet meer dan 1-2 druppels olie per minuut uit de dispensereenheid druppelen – als begininstelling is 1 druppel per 60 seconden ideaal. Controleer de druppelsnelheid na een korte rit nog een keer. Bij een te hoge druppelsnelheid van meer dan 2 druppels per minuut wordt onnodig veel olie van de ketting geslingerd.
Let op: uit ervaring blijkt, dat zeer veel automatische kettingsmeersystemen veel te hoog zijn afgesteld. Daardoor wordt overmatig veel olie weggeslingerd, zodat het voertuig sterk vervuild raakt. Dat is geen fout in de olieregeling, maar in de bediening. Motorrijders die een kettingspray gebruiken, zijn gewend dat een 'zwarte ketting een goed onderhouden ketting' is, omdat aan de kettingspray veel vuildeeltjes blijven plakken die de ketting een zwarte kleur geven. Maar bij het kettingsmeersysteem is een dun olielaagje, dat vaak bijna onzichtbaar is, voldoende voor de smering. Voor een eenvoudige controle kun je de kettingrollen even aanraken met een vinger. Als je dan een beetje olie aan je vinger hebt en je de olie op de rollen van de ketting kunt voelen, is de dosering goed. Stel de druppelsnelheid in het begin daarom in met een klokje met een nauwkeurige secondenaanduiding. Na verloop van tijd voel je zelf aan wat de optimale instelling is.
De geniale reservoiruitbreiding voor je Scottoiler-set. Voor deze flexibele slangtank is altijd plaats. Dit reservoir heeft een inhoud van 200 ml voor tot wel 9500 km extra. Meer informatie op Scottoiler - Merkshop.
Het Louis Technisch Centrum
Als je een technische vraag over je motor hebt, neem dan contact op met ons Technisch Centrum. Daar heeft men oneindig veel ervaring, naslagwerken en adressen.
Let op!
Deze tips voor hobbymonteurs vormen algemene handelwijzen die niet van toepassing kunnen zijn op alle voertuigen of alle afzonderlijke onderdelen. Omdat de concrete situatie bij jou ter plaatse sterk kan afwijken, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de toepasselijkheid van de informatie in deze tips voor hobbymonteurs.
Bedankt voor je begrip.