Remmen ontluchten en remvloeistof vervangen
Goede remmen zijn onontbeerlijk voor de rijveiligheid op de motor. Daarom moeten niet alleen de remvoeringen maar ook de remvloeistof van een hydraulisch remsysteem regelmatig worden vervangen.
Let op: De video's zijn in het Duits.
- Remvloeistof op de motor vervangen
- Remmen ontluchten
- Remvloeistof vervangen – aan de slag
- Methode 1: vloeistof vervangen met een hendel of pedaal
- 01 – Het remvloeistofreservoir horizontaal plaatsen
- 02 – De werkplek voorbereiden
- 03 – De ringsleutel erop steken en de slang aanbrengen
- 04 – Het deksel voorzichtig losschroeven
- 05 – De ontluchtingsnippel openen en vloeistof wegpompen
- 06 – Leegpompen met remhendel
- 07 – Pomp de vloeistof uit
- 08 – Ontluchting
- 09 – Op het vulpeil letten
- 10 – Drukpunt op de hendel
- Methode 2: vloeistof vervangen met de vacuümpomp
- 06 – Bremsflüssigkeit und Luft absaugen
- 07 – Kijk op
- Onze aanbeveling
Remvloeistof op de motor vervangen
Geen zicht door het peilglas van het remvloeistofreservoir? Ziet u alleen nog zwart? Dan wordt het de hoogste tijd om het oude spul te vervangen door verse, heldere, lichtgele remvloeistof. Kunt u de remhendel aantrekken tot aan het gashandvat? Vraagt u zich af wat er toch wordt bedoeld met het woord 'drukpunt'? Dan moet u ook snel aandacht besteden aan het hydraulische systeem van uw rem, want dan kan er lucht in het systeem zitten die daar niet thuis hoort. Bedenk: wie veilig wil remmen in het verkeer, moet zorgen voor regelmatig onderhoud aan de remmen. Wij laten hier zien hoe u dat doet.
Zoals in onze sleuteltip Basiskennis over remvloeistof wordt beschreven, veroudert hydraulische vloeistof na verloop van tijd. Er komt ondanks het gesloten systeem water en lucht in de remvloeistof terecht, ongeacht het aantal gereden kilometers. Daardoor wordt het drukpunt van de rem wazig of is de hydraulica niet meer bestand tegen de thermische belasting van een noodstop. Het is dus absoluut vereist dat de remvloeistof na het door de fabrikant aanbevolen onderhoudsinterval wordt vervangen en dat daarbij meteen het remsysteem wordt ontlucht.
Let op: bij deze werkzaamheden is zorgvuldigheid absoluut van levensbelang! Werkzaamheden aan het remsysteem zijn cruciaal voor de verkeersveiligheid en vereisen diepgaande kennis van motorvoertuigtechniek. Neem dus geen risico's met uw veiligheid! Als u voor deze klus ook maar een klein beetje twijfelt aan uw eigen vaardigheden, kunt u het werk beter overlaten aan een motorwerkplaats.
Dat geldt in het bijzonder voor remsystemen met ABS-regeling. Deze hebben meestal twee remcircuits: enerzijds het regelcircuit dat door de rempomp wordt aangestuurd en sensoren bedient, anderzijds een regelcircuit dat door een pomp of een drukmodulator wordt aangestuurd en de remzuigers bedient. Dergelijke remsystemen moeten meestal elektronisch met behulp van een werkplaatscomputer worden ontlucht. Dit zijn werkzaamheden die thuis niet goed kunnen worden uitgevoerd. Daarom wordt hierna uitsluitend het onderhoud aan remsystemen zonder ABS beschreven!
Zorg er voortdurend voor, dat gelakte onderdelen van uw voertuig en ook u zelf niet in aanraking komen met de giftige glycolhoudende remvloeistof DOT 3, DOT 4 of DOT 5.1. Deze tast lak, oppervlakken en de huid aan! In geval van nood moet u de vloeistof zo snel mogelijk en grondig afspoelen met een ruime hoeveelheid water. Siliconenremvloeistof DOT 5 is eveneens giftig en laat een hardnekkige smeerlaag achter. Deze moet te allen tijde uit de buurt van remschijven en remvoeringen worden gehouden.
- Afb. 1a – doorzichtige slang met leeg vat
- Afb. 1b – remontluchter met terugslagklep
- Afb. 1c – vacuümpomp
- Afb. 1d – Stahlbus-remontluchtingsnippel met een terugslagklep
Remmen ontluchten
Er zijn twee manieren om de oude remvloeistof te verwijderen en tegelijkertijd het remsysteem te ontluchten, namelijk door de vloeistof met de remhendel/het rempedaal eruit te pompen naar een opvangbak of door de vloeistof op te zuigen met een vacuümpomp (zie afb. 1c).
Bij het leegpompen drukt u de remvloeistof via een doorzichtige slang in een lege opvangbak (zie afb. 1a). Giet voordat u begint een beetje nieuwe remvloeistof in de bak (ca. 2 cm) zodat er niet via de slang per ongeluk lucht in het hydraulische systeem kan worden gezogen. Zorg dat de opvangbak goed is geplaatst; het uiteinde van de slang moet continu in de vloeistof blijven. Het is veiliger en gemakkelijker om een remontluchter met een terugslagklep te gebruiken (zie afb. 1b), die garandeert dat er geen lucht kan terugstromen.
In plaats daarvan kunt u ook heel goed een Stahlbus-remontluchtingsnippel met een terugslagklep gebruiken (zie afb. 1d) die dient als vervanging voor de originele remontluchtingsnippel. Deze blijft permanent op het voertuig geïnstalleerd en vergemakkelijkt al het toekomstige remmenonderhoud.
Bij het ontluchten mag u het vulpeil in het reservoir van de armatuur niet uit het oog verliezen. Laat dit nooit leeglopen, want dan komt er opnieuw lucht in het systeem en moet u helemaal opnieuw beginnen. Vul altijd bijtijds verse vloeistof bij!
Vooral bij containers en remzadels met een klein volume, waarmee crossmotoren en scooters vaak zijn uitgerust, is het reservoir met een vacuümpomp snel leeggezogen. In die gevallen is het makkelijker te pompen met een remhendel/rempedaal. Maar bij lange remleidingen en een grote hoeveelheid vloeistof in het reservoir en het remzadel betekent een vacuümpomp een forse werkbesparing.
Remvloeistof vervangen – aan de slag
Methode 1: vloeistof vervangen met een hendel of pedaal
01 – Het remvloeistofreservoir horizontaal plaatsen
Eerst moet het voertuig veilig worden opgebokt. Het moet zo staan, dat het nog gesloten remvloeistofreservoir vrijwel horizontaal staat. U kunt hiervoor het beste een geschikte motorlift voor uw specifieke motormodel gebruiken. Tips voor het opbokken vindt u in onze sleuteltip Basiskennis over liften.
02 – De werkplek voorbereiden
Dek vervolgens alle gelakte onderdelen van de motor af met een geschikt folie of iets dergelijks zodat spatten van de remvloeistof geen schade kunnen veroorzaken. Ga vooral heel zorgvuldig te werk - er zijn er maar weinig die dit klusje helemaal zonder knoeien gedaan krijgen. Dat zou toch zonde zijn van uw mooie motor. Zet voor de zekerheid een emmer met schoon water klaar.
03 – De ringsleutel erop steken en de slang aanbrengen
Ontlucht het remsysteem eerst bij de ontluchtingsnippel die het verst van het remvloeistofreservoir verwijderd is. Daarvoor steekt u een passende ringsleutel op de ontluchtingsnippel van de remklauw en brengt u de slang voor de remontluchter of het reservoir aan. Zorg dat de slang goed aansluit op de ontluchtingsnippel en niet uit zichzelf kan losraken. Bij oudere slangen kan het handig zijn, een stukje af te knippen met een zijkniptang zodat de slang weer stevig vastzit. Als de slang niet perfect aansluit op de ontluchtingsnippel of het schroefdraad van de ontluchtingsnippel een beetje speling vertoont, kan er een dun spoor van luchtbelletjes in de slang ontstaan. Als u op zeker wilt spelen, kunt u de slang bijvoorbeeld met een klem of kabelbinder fixeren.
04 – Het deksel voorzichtig losschroeven
Verwijder voorzichtig de schroeven van het deksel van het remvloeistofreservoir. Zorg bij schroefverbindingen met kruiskopschroeven dat u een goed passende schroevendraaier gebruikt, omdat deze kleine kruiskoppen makkelijk beschadigd raken. Vastzittende schroeven zijn met een lichte tik van een hamer op de schroevendraaier los te krijgen. Open het deksel van het remvloeistofreservoir voorzichtig en leg dit met de rubberen inzet op een schone plaats.
05 – De ontluchtingsnippel openen en vloeistof wegpompen
Open nu voorzichtig de ontluchtingsnippel met een halve draai van de ringsleutel. Ook hier moet een goed passende sleutel worden gebruikt, omdat de nippel meestal stevig vastzit als deze lange tijd niet is geopend.
06 – Leegpompen met remhendel
Met de remhendel of het rempedaal pompt u de oude remvloeistof uit het systeem. Maar wees heel voorzichtig, want bij sommige remcilinders spuit bij het bedienen een straal vloeistof uit de ontluchtingsopening in het remvloeistofreservoir die op gelakte motoronderdelen terecht kan komen. Zorg altijd dat het remvloeistofreservoir nooit leegloopt!
Tussendoor vult u het remvloeistof bij met nieuwe remvloeistof zodra het niveau zichtbaar is gedaald. Zoals we eerder al schreven: er mag geen lucht in het systeem komen!
Als de vloeistof niet goed stroomt, probeert u het volgende trucje: na iedere pompbeweging draait u de ontluchtingsnippel weer dicht, laat u vervolgens de hendel of het pedaal los, opent u de nippel weer en pompt u opnieuw. Dat kost wat meer moeite maar het werkt en luchtbelletjes worden consequent uit het systeem verwijderd. U kunt zich deze moeite besparen met een remontluchter met terugslagklep of de Stahlbus-nippel, want dankzij de terugslagklep kan vloeistof of lucht niet terugstromen.
07 – Pomp de vloeistof uit
Terwijl u het vloeistofpeil in het remvloeistofreservoir aandachtig in de gaten houdt, gaat u door totdat er alleen nog nieuwe, schone remvloeistof zonder luchtbelletjes door de doorzichtige slang stroomt.
Bedien de hendel/het pedaal nog één keer, blijf deze/dit ingedrukt houden en sluit de ontluchtingsnippel.
08 – Ontluchting
Afhankelijk van het systeem ontlucht u bij de volgende ontluchtingsnippel van het remsysteem/in geval van een dubbele schijfrem bij de tweede remklauw van het systeem zoals hierboven is beschreven.
09 – Op het vulpeil letten
Als u het remsysteem bij alle ontluchtingsnippels hebt ontlucht, vult u het remvloeistofreservoir in horizontale stand tot de maximummarkering. Daarna sluit u het af met de gereinigde en afgedroogde (!) rubberen inzet en het deksel.
Als de remvoeringen al enigszins versleten zijn, mag het reservoir niet tot het maximum worden gevuld omdat het systeem anders bij vervanging van de remvoeringen te veel remvloeistof zou bevatten. Voorbeeld: als de remvoeringen al 50% zijn versleten, vult u bij tot halverwege tussen de minimum- en maximummarkering.
Draai vervolgens de meestal heel zachte kruiskopschroeven aan met een exact passende schroevendraaier en veel gevoel. Draai ze niet te vast, anders hebt u een probleem bij de volgende vervangingsbeurt. Controleer het voertuig nog een keer grondig op remvloeistofspatten en was deze eventueel zorgvuldig weg voordat er lakschade ontstaat.
10 – Drukpunt op de hendel
Daarna bouwt u de druk op de remuitrusting op door de remhendel/het rempedaal meerdere keren te bedienen. Controleer of u na een korte vrije slag telkens opnieuw een vast drukpunt bij de hendel of het pedaal waarneemt. Aan het stuur mag u de remhendel bijvoorbeeld niet met een zwakke weerstand tegen de handgreep kunnen trekken. Een ontoereikend, zwak drukpunt kan zoals beschreven te wijten zijn aan achtergebleven lucht in het systeem (herhaal in dat geval de ontluchtingsprocedure), of de remklauw is lek of een zuiger in de handpomp kan versleten zijn.
Let op: als er na meerdere ontluchtingen en zorgvuldige controle op lekkage nog steeds geen duidelijk drukpunt is, is de volgende werkwijze vaak succesvol: Trek de remhendel krachtig aan en fixeer deze bijv. met een kabelbinder aan het gashandvat. Laat het systeem vervolgens een nachtje staan met deze opgebouwde druk. 's Nachts kunnen kleine vastzittende luchtbelletjes dan rustig opstijgen naar het remvloeistofreservoir. De volgende dag verwijdert u de fixering, controleert u opnieuw het drukpunt en ontlucht u het systeem nog een keer.
Methode 2: vloeistof vervangen met de vacuümpomp
Ga te werk zoals beschreven is bij methode 1, stap 01 tot en met 05, en ga dan als volgt verder:
06 – Bremsflüssigkeit und Luft absaugen
Zuig met de vacuümpomp de oude remvloeistof en eventuele lucht uit het reservoir.
- Vul bijtijds nieuwe remvloeistof bij voordat het reservoir is leeggezogen (zie methode 1, stap 6, afb. 2).
- Let dus voortdurend op het vulpeil!
- Blijf werken met de vacuümpomp totdat er alleen nog nieuwe, schone vloeistof zonder luchtbelletjes door de doorzichtige slang stroomt (zie methode 1, stap 7, afb. 1).
Tijdens de laatste pompstoot met de vacuümpomp sluit u de ontluchtingsnippel op de remklauw (zie methode 1, stap 7, afb. 2). Afhankelijk van het systeem ontlucht u bij de volgende ontluchtingsnippel van het remsysteem/in geval van een dubbele schijfrem bij de tweede remklauw van het systeem zoals hierboven is beschreven.
07 – Kijk op
Ga verder zoals in methode 1 vanaf stap 8 is beschreven. Rond de werkzaamheden af, controleer het drukpunt en inspecteer uw motor op spatten van de remvloeistof.
Voordat u met de motor weer aan het verkeer gaat deelnemen, controleert u nog een keer zorgvuldig de functie en werking van het remsysteem.
Onze aanbeveling
Het Louis Technisch Centrum
Als je een technische vraag over je motor hebt, neem dan contact op met ons Technisch Centrum. Daar heeft men oneindig veel ervaring, naslagwerken en adressen.
Let op!
Deze tips voor hobbymonteurs vormen algemene handelwijzen die niet van toepassing kunnen zijn op alle voertuigen of alle afzonderlijke onderdelen. Omdat de concrete situatie bij jou ter plaatse sterk kan afwijken, kunnen wij geen aansprakelijkheid aanvaarden voor de toepasselijkheid van de informatie in deze tips voor hobbymonteurs.
Bedankt voor je begrip.