Carburateurs reviseren

Wanneer de carburateurs hoestend en proestend hun werk doen, wordt het tijd om in te grijpen in de mengselvoorbereiding en de carburateurs te reviseren. Als de ontsteking in prima staat verkeert en de motor toch niet rustig draait, slecht presteert en slecht start, moet je de fout zoeken bij de carburateurs. Ook wanneer de carburateurs continu overlopen en ondanks een goede brandstoftoevoer niet functioneren, zijn dat duidelijke aanwijzingen voor defecte vlotternaaldventielen of een vervuild interieur van de carburateurs. Dergelijke fouten ontstaan meestal wanneer de benzine in de vlotterkamers niet is afgetapt voor de winterstop.

Een grondige reiniging van het binnenwerk, een paar rubberen ringen en een nieuw vlotternaaldventiel doen dan wonderen. De daaropvolgende synchronisatie is strikt genomen niet noodzakelijk als de carburateurs niet van elkaar gescheiden zijn geweest, maar je kunt maar beter op zeker spelen. Maar synchronisatie van de carburateurs heeft alleen zin wanneer de ventielen nauwkeurig zijn ingesteld en de compressie, bougies, bougiekabels, enz. en ook de instelling van de kleptiming perfect in orde zijn.  

Wie zijn bike graag een beetje wil tunen, kan de renovatie van de carburateurs aangrijpen om meteen ook een Dynojet-set te monteren. Daarmee worden heel wat onregelmatigheden uit de standaardacceleratie weggewerkt. Ook volgens de vakpers gaat de motor hiervan soepeler lopen en wordt een veel gelijkmatigere acceleratiecurve bereikt. Maar ook iedereen die zijn carburateurs moet aanpassen door een open uitlaatsysteem, een verandering van luchtfilter of vergelijkbare tuningmaatregelen, beleeft veel plezier aan een Dynojet-set. Deze sets zijn voor ieder motormodel afzonderlijk op de vermogenstestbank ontwikkeld en bevatten alles wat nodig is voor een rijker mengsel. Er zijn verschillende tuningniveaus verkrijgbaar, die zijn samengesteld voor standaardmotoren of voor uitgeboorde blokken met hete nokkenassen, enz. Zelfs bij standaardmotoren met het originele luchtfilter zijn het extra vermogen en de soepele afgifte meestal al voelbaar. De definitieve afstelwerkzaamheden aan het voertuig kunnen wel wat tijd in beslag nemen, omdat iedere set een keuze uit verschillende maten sproeiers biedt.

Afhankelijk van het motortype moet eerst ruimte worden vrijgemaakt om bij de carburateurs te komen. Het zadel, de tank en de zijkap moeten bijna altijd worden gedemonteerd om bij de luchtfilterkast te komen, want die moet worden verwijderd of ten minste worden verplaatst. Nadat de luchtfilterkast eenmaal is verwijderd, is het werkelijke uitbouwen van de carburateurs zo gepiept. Let wel op de plaats en aansluitpositie van de onderdrukslangen, zodat alles achteraf weer op dezelfde plek komt. Het is verstandig om de slangen en de bijbehorende aansluitingen in geval van twijfel te markeren, zodat vergissingen worden voorkomen. Maak evt. ook een foto met je smartphone. Vervolgens verwijder je de gaskabels en de chokekabel. Om te voorkomen dat de benzine er ongecontroleerd uitstroomt wanneer de carburateur is uitgebouwd, raden wij aan de carburateurs met de aftapschroeven (afgekoelde motor) nog in de ingebouwde staat leeg te maken. Zorg daarbij in ieder geval voor voldoende ventilatie in de ruimte en vermijd te allen tijde open vuur (explosiegevaar!).

Als de carburateurs nu alleen nog in de inlaatspruitstukken vastzitten, maak je de klemmen los en trek je het carburateurblok los.

Onderzoek nu eerst de rubbers van het inlaatspruitstuk. Als deze poreus zijn, scheurtjes vertonen of helemaal zijn verhard, moeten ze worden vervangen, want zij zijn boosdoener nummer 1 voor terugslag in de carburateur doordat ze ongewenste valse lucht doorlaten. Toeleveringsbedrijven en accessoirefabrikanten leveren aanzienlijk goedkopere aanzuigrubbers dan de originele exemplaren.

Maak de carburateurs schoon aan de buitenkant voordat je aan het interieur begint, zodat er geen vuilresten kunnen binnendringen. Met een PROCYCLE reinigingsspray voor carburateurs verwijder je al het vuil gemakkelijk. Daarbij komt een borstel goed van pas.

Zijn de carburateurs aan de buitenkant gereinigd, dan kun je verder met de demontage van de vlotterkamers. Dat is geen werkje om op de vloer van de garage uit te voeren. Leg een grote, schone doek gereed waarop je de gedemonteerde onderdelen kunt neerleggen. De kleine kruiskopschroeven van Japans weekijzer die meestal worden gebruikt, moeten worden losgedraaid met een exact passende schroevendraaier (Japan Industry Standard) omdat je ze anders stukdraait (die zachte schroeven worden gebruikt omdat carburateurbehuizingen ook niet echt hard zijn…). 

Het kan een stuk schelen als je de schroeven eerst even behandeld met roestoplosser. Wij raden aan, de carburateurs na elkaar te repareren, zodat je geen onderdelen kunt verwisselen. Zorg vooral dat je zo schoon mogelijk werkt, want het kleinste vuildeeltje kan een sproeier al verstoppen.

Als de deksel van de vlotterkamer eraf is, hoef je alleen nog de vlotter te verwijderen om het vlotternaaldventiel te vervangen. Een duidelijk kenmerk van een versleten vlotternaaldventiel is een ringvormig drukpunt op de punt van de vlotternaald dat met de vingernagel kan worden gevoeld; in dit geval kan de naald langer 100% afdichten. De as van de vlotter kan naar één kant naar buiten worden geduwd, waardoor de verbinding tussen het carburateurhuis en de vlotter loskomt. Onthoud goed hoe de vlotter was ingebouwd en hoe het vlotternaaldventiel aan de vlotter was bevestigd. Als je het per ongeluk hebt verward, oriënteer je dan aan een niet gedemonteerde carburateur (of maak van tevoren een foto).

Dan is het bovenste deel van de carburateur aan de beurt: De schuif resp. de onderdrukzuiger moeten op groeven en het membraan op scheurtjes worden gecontroleerd. Draai de schroeven van de deksel los en trek de veer eruit. Vervolgens kun je de zuiger en het membraan er voorzichtig uithalen. Het membraan heeft in de meeste gevallen een uitsparing of een uitstekend lipje. Het bepaalt de inbouwpositie en past maar op één plaats in het carburateurhuis. 

Controleer het membraan door het tegen het licht te houden en op alle plaatsen een beetje op te rekken. Als het een gaatje vertoont, moet het worden vervangen. Beschadigingen treden het meest op aan de randen, vooral bij de verbinding met de zuiger of aan de buitenzijde van het membraan. Het membraan kan ook defect zijn door extreme oprekking ten gevolge van dampen. Het voelt dan heel slap aan en is veel te groot om weer te worden ingebouwd. Ook dan is alleen nog vervanging door een nieuw exemplaar mogelijk. Zijn de membranen niet afzonderlijk verkrijgbaar, dan moet je deze samen met een schuif/zuiger bestellen.

Verder met de onderkant: Voor een complete reiniging verwijder je alle schroefbare sproeiers. Maar pas op: de sproeiers zijn van messing, dus je moet exact passend gereedschap gebruiken. 

Reinig de sproeiers niet met ijzerdraad, want dan wordt het zachte sproeiermateriaal al snel te wijd. Dus: goed inspuiten en dan met perslucht doorblazen. Houd de sproeier vervolgens tegen het licht om te controleren, of deze geen vuildeeltjes meer bevat. Let vooral op het volgende voordat je de instelschroef voor het stationair toerental uitbouwt: Draai de schroef eerst voor een losse positie in de zitting (maar niet helemaal tegen de zitting om het risico van beschadiging te vermijden) en tel daarbij het aantal omwentelingen; noteer dit aantal voor de latere afstelling. Vervolgens verwijder je de instelschroef pas. Na de reiniging vervang je de rubberen ring van de instelschroef. Bij het inbouwen draai je de schroef weer aan tot deze licht (!) de zitting raakt en draai je de schroef met het eerder getelde aantal omwentelingen naar buiten.

Gebruik een reinigingsspray om de vuilafzettingen te lijf te gaan. Sproei overvloedig in iedere opening van de carburateur. Na een korte inwerktijd blaas je indien mogelijk met perslucht alle openingen door. Wie geen compressor heeft, kan het beste naar een tankstation of een servicestation rijden, waar je meestal voor een habbekrats de beschikbare perslucht kunt gebruiken. Let op dat er geen onderdelen zoek raken met het uitblazen!

De extra openingen bij de luchttoevoer en de mengseluitgang van de carburateur worden nog wel eens vergeten, maar zijn heel belangrijk.

Verwijder de te vervangen pakkingringen en afdichtingen met een kleine schroevendraaier. Zorg dat de pakkingringen bij het inbouwen goed in de daarvoor bedoelde groeven zitten.

Nadat je alle sproeiers er weer in hebt geschroefd en de pakkingringen hebt vervangen, haak je een nieuwe vlotternaald in de vlotter en bouw je deze in. Indien van toepassing voer je de zuiger met het membraan en de sproeiernaald voorzichtig in het carburateurhuis. Let daarbij goed op de positie van het membraan.

Smeer alle draaibare onderdelen met teflonspray voordat je de carburateurs in de inlaatspruitstukken monteert, want alle smeermiddelen zijn door de reiniging verwijderd. Zorg bij de montage van de carburateurs dat deze goed in de aanzuigrubbers zitten en er niets klem zit (kabels e.d.). Draai de klemmen goed vast (vast, maar niet te vast) en sluit de chokekabel, gaskabel, benzineslang en evt. andere aanwezige kabels weer aan. Neem de juiste route van de bowdenkabels in acht en stel de speling van de gaskabel en eventueel de chokekabel weer goed in (zie bedieningshandleiding van je voertuig).

We willen nog een keer benadrukken dat een synchronisatie bij een normale reiniging, wanneer de carburateurs niet van elkaar zijn losgemaakt, niet absoluut noodzakelijk is maar wel aan te bevelen. Als je de juiste aansluitingen en instelschroeven wilt vinden, is een reparatiehandleiding onmisbaar. Zoals waarschijnlijk bekend is, moeten alle carburateurs de bijbehorende cilinders voorzien van precies het noodzakelijke brandstof-luchtmengsel om het motorblok soepel te laten draaien.

Om dat te bereiken, is een synchroontester nodig die de onderdruk voor de aanzuiging van de afzonderlijke cilinders meet. Het testapparaat heeft, afhankelijk van de uitvoering, twee of vier onderdrukmeters, aangepast aan het aantal carburateurs van de motor. Met verschillende adapters kunnen de slangen van de onderdrukmeters op de daartoe bestemde plaatsen op de motor worden aangesloten. In het ideale geval is er al een aansluitmogelijkheid op de aanzuigrubbers. Dan worden de afsluitdoppen van de rubbers gemakkelijk verwijderd en de slangen aangesloten. 

Omdat je doorgaans de tank moet verwijderen om bij de synchronisatieschroeven te komen, is bijna altijd een externe benzinetoevoer nodig. Het instellen vindt plaats bij een draaiende motor op bedrijfstemperatuur. Let altijd goed op dat aan de goede instelschroef wordt gedraaid en dat na iedere draai aan de instelschroef even aan de gashendel wordt gedraaid en de instelling opnieuw wordt gecontroleerd. Raadpleeg de reparatiehandleiding voor de toegestane afwijkingen van de afzonderlijke weergegeven waarden. Zie daarvoor ook de sleuteltip Carburateur-synchronisatie. 

Tot slot willen wij vermelden dat na inbouw van een Dynojet-carburateurset altijd de staat van de bougies gecontroleerd moet worden, omdat een verkeerde samenstelling van het mengsel de motor kan beschadigen en de rijveiligheid kan verminderen. Controleer de staat van de bougies na een proefrit op de snelweg of een langere rit met volgas. Voer dan eventueel verdere afstelwerkzaamheden uit. Wie niet beschikt over de benodigde ervaring en toch op safe wil spelen, kan deze aanpassingen het beste door een vakkundige werkplaats met een testbank laten uitvoeren.